Kilometers maken en nog net niet braken

Ik houd niet van sport. Nee ik houd niet van sport. Ik sport dan ook niet. Soms wel  en als ik het doe, dan doe ik het ook goed; fout.
Het is vandaag geen dag als elke dag, geen enkele dag is zoals elke dag. Ik ben een anti-sleur lever. Vandaag heb ik het gevoel  dat ik een kater heb, toch heb ik er geen.  Mijn lever is zo schoon als hij kan zijn van één wit biertje.

 Gevangen in de vrijheid van mijn enthousiasme besloot ik gisteren dat ik niet wilde stoppen met fietsen. Mijn ongetrainde benen hadden de slag te pakken en wisten niet meer wat het was om stil te staan. Ze  lieten mij mijn hongergevoel ontkennen tot mijn ogen besloten dat het tijd was om wazig te gaan zien. 
Uithoorn, ik was in Uithoorn, niet in Hoorn en ook niet uit Hoorn.  Mijn fiets struikelde nog net niet over een gigantische slang. Ik had nog nooit zo’n grote gezien. Meestal als ik ze zie zijn ze slap, nu was hij in gespannen vorm zichtbaar. De waas voor mijn ogen werd heftiger. Ik zag een man spuiten; er kwam echt waanzinnig veel uit.  Hij stond ver boven mij  en het ging maar door. De waas vermengde zich met druppels  en ik zag nu eindelijk de vlammen.  Scherven waren verspreid over de grond samen met mensen, die overigens gewoon stonden.  Ik wist niet wat er in de fik stond en ik weet het nog steeds niet. Wel wist ik dat ik ooggetuige was van iets dat zichtbaar zou zijn op het journaal. Ik besloot geen ramptoerist te zijn, mede dankzij het feit dat er ook weer niet heel veel te zien was. Bovendien stonden mijn benen te trappelen om weer verder te gaan. 
Ik was hier beland doordat ik dacht in de natuur te geraken door alle rechtlijnige fietspaden te volgen door de polders en een bordje. Het fietsbordje omringd met groenen lijnen deed mij dit vermoeden. Het bordje bleek echter volledig misleidend te zijn. Als er iets niet groen is, is het Uithoorn. Wanneer je je door de verschillende warme en koude luchtstromen heen hebt gewerkt en over het rechtlijnige labyrint bent gefietst, kom je uit bij een industrieterrein.  Het is een merkwaardig verschijnsel dat uit een polderlandschap  ineens een industrieterrein kan opdoemen aan de horizon die eerst nog zo leeg leek te zijn.  Dit schijnt nogal vaak te gebeuren in de polders. Het is in ieder geval iets wat mij al meerdere malen is opgevallen. Zodra je in een achterliggende woonwijk bent beland, veranderen alle rechte paden spontaan in de meest kronkelige fietspaden. Alsof ze iets in te halen hebben; bij gebrek aan bochten besluiten we nu om extra kronkelige wegen aan te leggen. Waar wil je naartoe? Rechtdoor? Nee dat kan niet hoor, daarvoor moet je eerst langs alle honderd bochten. Maar weet je wat daar nou wel het voordeel van is?  Je kan niet hard fietsen, je moet ontspannen fietsen. Je trapt twee keer en in de rest van de bocht kan je je laten gaan. Maar dit was nou net hetgeen wat ik niet wilde. Ik wilde wat eten, maar tussen de vele bochten en woningen was niets anders te zien dan sloten en hier en daar een snackbar. Op naar Amsterdam, de plek waar voedsel in alle soorten en maten te krijgen is. 
Onderweg fietste ik langs een meertje, waar gek genoeg niemand zat te genieten van het mooie weer. Het was hier en daar ook vol gegroeid met brandnetels, vooral langs de oever. Ik ontdekte een verstopt paadje. Ik wilde hem ontstoppen door mijn racefiets voor mij uit een weg te laten banen. Daar, achter de heg van brandnetels, was een steiger. Een steiger waar ik in alle eenzaamheid naar de beweging van de zon in het water kon kijken en naar mijn GPS. Ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen,  ik moest weten waar ik was. Na meer dan dertig kilometer gefietst te hebben, kwam ik tot de ontdekking dat ik mij op maar drie kilometer van mijn huis af bevond.
Ik wilde nog even tien kilometer fietsen om eten te halen om vervolgens weer terug te gaan. Oja en die avond zou het mooi weer zijn, dus dan kon ik toch ook nog wel even naar een vriendin in Amsterdam fietsen op top snelheid.
Eenmaal in mijn bed beland, bedacht mijn maag dat hij honger had. Ik besloot het te negeren, omdat ik slaap belangrijker vond. Mijn lichaam bleek mijn ergste vijand te zijn deze nacht.
Het honger gevoel vrat me op en ik besloot het aan te vallen met chips. Chips eten om vier uur 's nachts, in kleermakerszit in een afwezige outfit, op bed.
En vandaag ben ik ziek.

Reacties

Populaire posts van deze blog

De Mens in al Zijn Vormen